Taal & Teach

Welkom bij Taal & Teach!

Ik ben Jaimy en ik geloof dat sterke taalvaardigheid de sleutel is naar succes op school en daar buiten.

Na jarenlang ervaring opgedaan te hebben met meertalige leerlingen in het internationale basisonderwijs,  zocht ik een nieuwe uitdaging en besloot ik de overstap naar nieuwkomersonderwijs te maken. Dat bleek echt een vak apart te zijn! Ik merkte al snel dat er weinig kant en klaar geschikt materiaal is, en ik had zoveel vragen!

Op mijn blog deel ik mijn zoektocht naar antwoorden. Onder het kopje Materiaal vind je lesmateriaal dat ik maak. 

Welkom bij Taal & Teach. Hier vind je informatie en materialen voor onderwijs aan anderstalige kinderen.

Anderstalige kinderen zijn kinderen die (nog) niet voldoende Nederlands spreken om goed mee te kunnen doen in de klas. Andere termen die vaak gebruikt worden zijn ‘NT2 leerlingen’ of ‘kinderen met een taalachterstand’.

Kinderen spelen op de grond

NT2 of anderstalig?

NT2 staat voor Nederlands als tweede taal. Het is een vaak gebruikte term die bij de meeste onderwijsprofessionals bekend is. De verwijzing naar kinderen die nog Nederlands moeten leren is daarmee direct duidelijk. 

Maar de term NT2 klopt niet altijd. Er zijn kinderen voor wie Nederlands hun derde of zelfs vierde taal is, en zij krijgen toch het label NT2 leerling.
Een ander nadeel van dit ruime gebruik van deze term is dat het de indruk wekt dat het gaat om één groep leerlingen, die dezelfde behoeften hebben. Dat is zeker niet het geval! Er zijn NT2 leerlingen die tweetalig zijn opgevoed, goed onderwijs hebben genoten en al kunnen lezen en schrijven in beide talen. Er zijn ook kinderen die door allerlei omstandigheden nog nooit op school zijn geweest en ondanks hun leeftijd alleen hun thuistaal kunnen spreken. Je kunt je voorstellen dat zij misschien wel het label NT2 delen, maar zeer verschillende behoeften hebben! 

Taalachterstand?

kinderen tekenen in schrift

Kinderen die nog Nederlands moeten leren krijgen soms ook het label ‘taalachterstand.’ Het is belangrijk voorzichtig te zijn met deze term, en er voor te waken dat we ‘taalachterstand’ uitsluitend associëren met anderstalige kinderen. Natuurlijk komen er kinderen de school binnen die werkelijk een taalachterstand hebben, maar dit geldt net zo goed voor Nederlandse kinderen! (Luister bijvoorbeeld naar mijn podcast aflevering met Martine van der Pluijm over haar project Thuis in Taal).

Bovendien kan een leerling zeer sterk taalvaardig zijn in zijn of haar thuistaal, maar is dat voor iemand die die taal niet spreekt lastig te beoordelen. Het is belangrijk om vaardigheden in de thuistaal te erkennen en te waarderen omdat deze een sterke basis vormen voor het leren van het Nederlands (zie mijn blogpost Mogen kinderen hun thuistaal gebruiken in de klas?).

Dus NT2, Taalachterstand, Anderstalige kinderen… Het zijn termen die allen verwijzen naar kinderen die nog Nederlands moeten leren, maar ik denk dat in de meeste gevallen ‘anderstalige kinderen’ het enige correcte, eerlijke label is. Ik denk aan mezelf: ik heb een universitaire opleiding afgerond en spreek drie talen vloeiend. Maar als ik morgen in China naar school moet ben ik dan een CT2 (Chinees als tweede taal) leerling? Nee want Chinees zou mijn vierde taal zijn. Wil ik gezien worden als iemand met een taalachterstand? Nee! Want Chinees is nieuw, maar ik heb ook waardevolle kennis en vaardigheden in de talen die ik wel spreek. Dat is voor deze leerlingen niet anders: natuurlijk, ze spreken geen Nederlands en dat moeten ze zeker leren. Maar laten we afstappen van een slecht passend label of onterechte achterstand toe te kennen. Laten we uitgaan van wat ze wel kunnen, en naar ze verwijzen als ANDERSTALIG.

Anderstalige leerlingen in de klas

kinderen bekijken wereldbolMaar hoe pak je het leren van de Nederlandse taal aan in de klas? Er zijn een aantal factoren die in elk geval bijdragen aan het stimuleren van de taalontwikkeling:

  • Een positieve blik op meertaligheid: erken de talen die je leerlingen spreken en geef ruimte om die in te zetten in de klas (zie mijn blog Thuistalen in de klas – HOE dan?!)
  • Een rijke taalomgeving: veel ruimte voor interactie tussen leerlingen en het op een betekenisvolle manier aanbieden van rijke teksten
  • Betekenisvolle input: zorg dat je leerlingen begrijpen wat je bedoelt, ook als ze nog niet alle woorden kennen. Gebruik bijvoorbeeld plaatjes of gebaren om te illustreren wat je vertelt (zie mijn blog Hoe leer je een taal?)
  • Ontwikkelen van woordenschat: een combinatie van expliciete instructie bij het aanbieden van nieuwe woorden én ruimte om hiermee te oefenen
  • Kennis over meertaligheid en taalontwikkeling binnen het team

Hoe je dit allemaal precies vorm geeft is afhankelijk van de context.
Gaat het om een klein aantal anderstalige leerlingen dat  instroomt in de reguliere groep? Worden er nieuwkomersgroepen gevormd met uitsluitend anderstalige leerlingen? Spreekt een groot deel van de leerlingen thuis een andere taal en moet er eigenlijk in alle klassen aan Nederlandse taalontwikkeling gewerkt worden? Hoeveel extra begeleiding is hierbij beschikbaar?

Op mijn blog vindt je meer informatie. Bij de gratis downloads vind je materialen die je kunt gebruiken in de klas. In de webshop vind je o.a. uitgewerkte thema’s voor woordenschat. Luister ook eens naar de podcast, hierin spreek ik met experts op het gebied van taalontwikkeling en meertaligheid. 

Winkelwagen